Restauratie van resten van de pandgang, het tuinprieel en het koetshuis

Vandaag resten er van de pandgang – het hart van het claustrum – nog slechts enkele fragmenten. De westvleugel is geïncorporeerd in het gastenkwartier en de noordvleugel staat leeg en bevindt zich in een erg slechte, bijna ruïneuze, bewaringstoestand. Deze zal na restauratie en aansluiting op de al eerder gereconstrueerde delen een multifunctioneel gebruik kennen als vergaderzaal, ontmoetingsruimte, tentoonstellingsruimte en receptielokaal.
Het tuinprieeltje uit ca. 1650 fungeerde oorspronkelijk als tuinhuis voor de grote ommuurde parterretuin van de abdij. Vandaag bevat het nog een waardevol rococoplafond uit ca. 1750 en doet het dienst als kleine kapel. Het zal deze functie ook behouden na restauratie.
De bijgebouwen van het Oud Abtskwartier werden rond 1750 toegevoegd en hadden de functie van stallen en serre voor de monniken. Architect Joris Helleputte gaf de gebouwen hun huidig uitzicht in 1890-1900 toen hij ze uitbreidde en omvormde tot paardenstal en koetshuis. Na restauratie zullen de bijgebouwen ingericht worden als woonhuis of kantoren.