Restauratie van de resten van de pandgang, het tuinprieel, het koetshuis en de stallingen

Vandaag resten er van de pandgang – het voormalig hart van het claustrum – nog slechts enkele fragmenten. De westvleugel werd ingebouwd in het gastenkwartier en van de noordgevel resten nog slechts drie traveeën die zich uitstrekken in de richting van de boomgaard. Deze bevonden zich decennialang in een erg vervallen staat maar werden nu gerestaureerd, deels gereconstrueerd en herbestemd tot evenementen- en vergaderlocatie. De waardevolle bouwsporen, waaronder het maaswerk van de grote boogramen, de gewelfaanzetten en de oorpronkelijke afwerklagen in het interieur zijn opnieuw zichtbaar en gaan in dialoog met de nieuwbouwdelen die de aansluiting met de westelijke arm visueel herstellen en de versnipperde buitenruimte opnieuw structureren.
Het zeventiende eeuwse tuinprieel werd oorspronkelijk gebouwd als hoekpaviljoen van de grote ommuurde parterretuin van de abdij en doet sinds 1963 dienst als kleine kapel. Het tuinprieel werd in 2019 gerestaureerd, waarbij onder andere het waardevolle rococoplafond uit circa 1750 werd hersteld en de gevels opnieuw gepleisterd werden.

De bijgebouwen van het Oud Abtskwartier, het koetshuis en de stallingen, behoren tot de recentere bouwgeschiedenis van de abdijsite. Ze werden rond 1750 toegevoegd en dienden oorspronkelijk als stallen en serre. Architect Joris Helleputte gaf de gebouwen hun huidig uitzicht tijdens een ingrijpende restauratiecampagne van 1894 tot 1900. Hij wijzigde de typologie en de functie van de bijgebouwen en vormde ze om tot paardenstal en koetshuis. Tot in de jaren ‘90 werden de gebouwen nog bewoond en gebruikt als boerderij. Na opmaak van het restauratiedossier en de goedkeuring ervan brak er in 2016 een grote brand uit. Het dossier werd aangepast en de restauratiewerken konden starten in 2022. Ondertussen zijn de gebouwen gerestaureerd en zijn ze ingericht als kantoorruimte met authentiek karakter en een prachtig zicht op de boomgaard van de abdij.